zaterdag 20 februari 2010

Oost Europa

Vroeger zat ik in een gemeenschappelijk bureel tussen telefonerende en lachende collega's. Ik had last van het lawaai. Er was een raam dat uitkeek op een blinde muur nauwelijks drie meter verder. Als ik niet af en toe mij gedachten kan laten wegvliegen in de verte wordt ik gek. Ik kon er mij niet concentreren en 's avonds kwam ik doodvermoeid thuis en kon nauwelijks de aanwezigheid van mijn vrouw en kinderen verdragen.


Daarom heb ik gevraagd om hier te zitten in dit bureel aan de andere kant van de fabriek. Mooi zou ik het uitzicht niet noemen, maar toch hou ik ervan om naar dit industrieel landschap te kijken en in de verte zie ik enkele bomen.

Achter mij ligt het magazijn waar de grondstoffen opgeslagen worden. Behalve de heftruck die af en toe een pallet komt halen komt er zelden iemand.

Een paar keer per week worden goederen geleverd. Dan komt er een vrachtwagen uit Rusland, Oekraïne of Litouwen voor mij raam parkeren. Hoewel ik over het algemeen niet zo opgezet ben met bezoekers in mijn bureel zijn de chauffeurs altijd welkom als ze hun papieren komen afgeven. Ze spreken nooit een taal die ik begrijp.
We tasten elkaar af door woorden uit te spreken en te kijken toe hoe de ander erop reageert. Uiteindelijk behelpen we ons met gebarentaal. Alleen het woord 'toilet' kennen ze allemaal. Er is inderdaad een toilet en een douche voor de truckers in de loods. Alleen maar omdat het bij wet verplicht is denk ik. Ik schaam me altijd als ik hen het toilet moet wijzen. Niet omdat het oud en vuil is, integendeel het is gloednieuw, maar het is ingebouwd in deze kille loods, zonder enige verwarming of isolatie. Deze winter had je het gevoel dat je aan de bril zou vastvriezen. Het is ook zo klein dat je knieën tegen de deur steken als je op het toilet zit. De douche is even klein. Je kan er onmogelijk je kleren kwijt zonder dat ze nat worden.

Deze mensen hebben gans Europa doorgereden. Dagen en nachten waren zij onderweg, door landen waarvan zij de taal niet spreken. Slapen in hun cabines, eten en ontlasten in wegrestaurants.
Hoe graag zou ik hen vertellen dat ik vroeger vaak meereed met vrachtwagens naar de uithoeken van Wales, naar het noorden van Denemarken. Hoeveel deugd het dan deed om warm ontvangen te worden, eens van wat luxe, een deftige maaltijd en wat gezelschap te mogen genieten. Maar alles wat ik hen kan bieden is een ijskoud, krenterig toilet en een douche die onmogelijk te gebruiken is.

Ik schaam me diep. Zo moet ik hen terugsturen, terug dagen en nachten onderweg. Mijn gedachten reizen met hen mee.

Geen opmerkingen: