zondag 7 februari 2010

Arizona


I'm the son of the prairie
And the wind that sweeps the plain
So, I'm goin' to Arizona
Just a Rider In The Rain
Randy Newman

Ik was laat opgestaan deze morgen. Omdat ik gisteren al in aanvaring gekomen was met mijn baas kon ik het me niet permitteren om te laat te komen. Daarom nam ik niet het jaagpad langs de Schelde, maar een kortere weg die ik normaal zoveel mogelijk vermijd wegens te veel verkeer en nauwelijks fietspaden.
Het regende ook nog maar gelukkig had ik de wind mee, zodat ik me toch nog kon veroorloven om in de laatste kilometer van de kortste route af te wijken om weg van het autoverkeer met zijn lawaai en stank tot rust te komen. Daartoe moet ik een kleine omweg maken door een straat waar enkel plaatselijk verkeer toegelaten is.

Een vreemde straat. Ze weet eigenlijk niet wat ze wil zijn. Er staan heel oude huisjes die je haast nergens meer ziet, maar ook pronkerige villa's naast hypermoderne blokkendozen. Hier en daar ook nog een stukje weide, zelfs een riant landhuis, maar achter de huizen zie je overal fabrieken.

Het mooiste is op het einde. Daar is café Arizona. Ik fiets er altijd voorbij omstreeks kwart voor acht 's morgens. Altijd staat er één auto en één fiets tegen de gevel. Als het regent, zoals nu dwaalt er altijd een familie eenden over de straat.

Binnen zitten twee mannen met houthakkershemden en bakkebaarden.
De hoek van de toog is een zuil iets hoger dan de rest en daarop zit steevast een dikke poes als op een troon. Achter de toog staat de bazin en in de hoek van de gelagzaal een levensgroot houten beeld van een machtige indiaan met een geweldige verentooi.

Waaraan zitten ze zwijgend te denken zo vroeg 's morgens achter hun glas bier. De dag is nog niet begonnen en alle hoop lijkt alweer vervlogen. Vandaag zullen ze weer niet in Arizona geraken maar blijven steken in deze armzalige toegangsweg naar een anoniem stadje waar alle ruimte reeds ingenomen is en toch niets te beleven valt.

Ach Arizona. Hoe hevig verlang ik naar jouw eindeloze vlakten. De weidse vergezichten. Waar het beloofde land altijd verder in het westen lonkt, waar de mogelijkheden eindeloos lijken.

Wat zou het heerlijk zijn om onder deze zachte motregen dagen of weken door de prairie te rijden, gewoon uit nieuwsgierigheid om te zien wat er achter de horizon ligt. De Indianen zou ik met rust laten, ik heb geen ambitie om hun land in te palmen. Ik wil er alleen eens doorrijden om mij te laven aan de eindeloze vlakten.

Nog nooit ben ik in café Arizona binnengestapt. Ik zou het beeld alleen maar verstoren omdat ik nog teveel opgejaagd ben door wat het leven allemaal van mij verlangt.
Ooit komt de dag waarop ik het café binnenstap om mijn spijt verdrinken dat ik nooit eens de tijd genomen heb om door Arizona te fietsen.

2 opmerkingen:

didiermaurice zei

te mooi om waar te maken? Ach, jp, het is missen wat je nog niet hebt meegemaakt. Er bestaat een woord voor dat gevoel, je kent het wel...

nadine paduart zei

nie aan uwen baas vertellen!