donderdag 29 mei 2008

Brussel

Soms hebben we er genoeg van.
Genoeg van de bomen, de struiken en het gras.
Dorpscafés, communiefeesten in de tuin.
Motorrijders, grasmachines en kettingzagen.
Plattelandsdialect en dorpsroddels.
Schapen, geiten en koeien kunnen ons plots niet meer boeien.
Dan stappen wij op de trein naar Brussel.

We zochten we een plaatsje op één van de pleinen van de JazzMarathon. We genoten van de concerten en tijdens de pauses lazen we in een boek. De zon scheen.
We hoorden vreemde talen. We ontmoeten een Japanse madam die graag een Belgisch bier lust.
We bleven in een hotel slapen omdat we er niet genoeg van konden krijgen.
's Morgens vroeg gingen we op stap. We bezochten een museum, we ontdekten 'parcours d'artistes' en werden ontvangen door kunstenaars in hun atelier.
Na de middag gingen we terug naar de grote markt. Onze hadden dorst en onze voeten deden pijn. We waren onder de indruk van 'Jacques Pirotton Quartet'.

Nu zijn we weer thuis. We kunnen er weer een tijdje tegen.

zaterdag 10 mei 2008

Mollen, de Palestijen van het gazon.

Opnieuw een mollenverhaal.
Sedert mijn vriend D. zijn blog gewijd heeft aan graaf de Mol komen de mollen en hun verhalen vanzelf naar mij toe. Het is helemaal niet mijn bedoeling om zijn onderwerp in te pikken, maar ik kan nu eenmaal alleen schrijven over wat ik meemaak.

Mollen, de Palestijen van het gazon.

Gisteren werd ik opgeschrikt door een ontploffing in de tuin van de buren. Toen ik ging kijken zag ik mijn buurman rechtkrabbelen, zijn bril stond scheef op zijn neus.
Hij had enige tijd geleden een soort bom ingegraven die ontploft als er een mol tegen loopt. Toen hij de bom aan het inspecteren was, is het ding ontploft.
Mijn bezorgdheid voor mijn buurman begon plaats te maken voor verontwaardiging, maar omdat ik graag wou weten wat hij nog allemaal ondernam om met zijn gazon de illusie dat de natuur overbodig is in stand te houden liet ik mij rondleiden in zijn tuinschuurtje. Daar zag ik vergif, klemmen, bommen, gaspatronen, electronische apparaten, kortom een wapenarsenaal waar mee men een parade kan houden waar Poetin nog iets van kan leren.
Dit allemaal om die kleine onschuldige diertjes, die zich nauwelijks durven te vertonen uit te roeien. Het deed mij denken aan de Palestijnen die zich met stenen en zelfgemaakte raketten proberen te verdedigen tegen een van de machtigste legers ter wereld.

Omdat ik wou weten wat er nog allemaal bestaat om mollen te verdelgen googelde ik 'mollen verjagen'. Vreselijk wat ik moest lezen. De inventiviteit van de gazonisten kent werkelijk geen grenzen. De meest geraffineerde en wrede methoden worden aanbevolen. Erger nog technieken die werkelijke martelpraktijken zijn, worden met een waar genoegen beschreven en zelfs verfilmd.
Mollen en Palestijen, niemand kan ontkennen dat ze er het eerst waren, toch worden ze met alle mogelijke middelen verbannen en van hun territorium gejaagd.

Op een mooie dag als deze ben ik geneigd om te geloven dat het met de mensheid nog goed zal aflopen, maar als je dit leest zie je dat de beschaving maar een dun laagje vernis is en dat het geringste spoor van een (vermeende) vijand volstaat om schaamteloos de haat en het sadisme te prediken.

Gelukkig kwam ik ook terecht op de blog van Annetanne. Blijkbaar één of andere kruiden dame, maar na het lezen van haar artikel mollen-mogen vond ik haar geweldig sympathiek.

Daar kwam ik ook te weten dat er een trilogie bestaat over mollen die wel wat lijkt op Watership Down en minstens even goed zou zijn. Spijtig dat mijn jongste reeds zelf kan lezen, want het voorlezen van dat boek was voor ons het begin van de vader-zoon relatie.

maandag 5 mei 2008

Gebeten door de mol.

Poes had een mol gevangen. Angstig piepend zat het diertje in het pompputje van de kelder. Ik verjaagde de poes en nam de mol in mijn hand.
Nauwelijks had ik hem vast of het glanzend zwarte lijfje kronkelde zich en twee vlijmscherpe tanden drongen als naalden in mijn vinger.
Geschrokken liet ik het diertje los. Ik vreesde dat het zich zou verstoppen tussen de rommel in de kelder en een vreselijke dood zou sterven als ik het niet meer kon vinden.
Gelukkig verstopte de mol zich in de ruimte onder de stenen bakoven (ook wel de hel genoemd). Gewapend met een kartonnen doos kroop ik op handen en voeten in de hel en daar kon ik de mol gemakkelijk vangen.

Ver weg in de tuin, bij de composthoop, waar de poes zelden komt maakte ik de aarde wat los en liet de mol vrij in de losse grond. Onmiddellijk groef hij zich in en verdween in de koele aarde.

Hebt U ook claustrofobie? Als kind had ik nachtmerries over gangen en tunnels die steeds smaller werden zodat ik onherroepelijk vast kwam te zitten. 'S nachts kan ik wakker schieten en in paniek de dekens van mij afwerpen.
Ik was juist bezig electrische leidingen aan het installeren. Daarvoor moet ik in een kruipkelder van nauwelijks 60 cm hoog. Ik betrap mijzelf erop dat ik mij reeds dagen op voorhand psychologisch aan het voorbereiden ben om in die kelder te kruipen.

Toch had ik zin om de mol te volgen. Het was warm en de aarde leek zo heerlijk koel. Zou ik van mijn claustrofobie genezen zijn? Bestaat er zoiets als molsdolheid?